Jan, praat niet graag
Moeder van de Velde is overleden. Een groot gezin, tien kinderen.
Grote woonkeuken met enorme ovale eettafel waar ik een plaats krijg aan de ‘kopse’ kant.
Dochter Fennigje neemt het woord. Ze stelt iedereen voor, legt uit wie wie is.
Ik doe mijn uiterste best om het te volgen én te onthouden. Naast de gaskachel in de woonkeuken staan twee kleine fauteuils. Eén daarvan is leeg en op de andere zit een man.
‘Jan heeft altijd bij moeder gewoond’, wijst Fennigje naar een van de stoelen bij de kachel, ’ook na het sterven van pa. Hij heeft de boerderij bijgehouden en haar geholpen met de tuin. Onze Jan zegt niet zoveel’. Jan knikt.
We bespreken de uitvaart. Moeder wordt bij vader begraven. Aangezien ze niet kerkelijk zijn zoeken we een geschikte locatie voor het afscheid; thuis op de deel. Ze willen een grote condoleance houden, de avond vóór de begrafenis en de uitvaart zelf graag in gezinsverband, beide dus thuis. Bij alle beslissingen kijk ik even naar Jan en vraag wat hij vindt. Jan knikt.
Als kist voor moeder kiezen ze een ‘natuurkist’ uit zoals ze dat zelf benoemen. Een ongelakte vuren kist zonder bekleding. Niet van die malle sluitbollen op de kist maar gewoon 2 flinke schroeven aan het hoofd- en voeteneinde graag. Jan? Jan knikt.
Later vraag ik ze na te denken wie er wat wil doen op de dag van het afscheid. Ik draai me om naar Jan om hem te vragen eens na te denken wat zijn rol zou kunnen zijn. Zijn zus Fennigje geeft al antwoord voordat ik de vraag heb gesteld. ‘Dat kan onze Jan niet, ik zei toch dat hij niet veel zegt’. ‘Daarom kan hij nog wel iets doen’, zeg ik Jan aankijkend. ‘Denk er eens over na’. Jan knikt en even denk ik iets te zien glimmen zijn ogen.
Op de dag van het afscheid leggen ze Moeders grote zelf gehaakte beddensprei in haar kist voordat ze haar erin leggen. Ze dekken haar toe en nemen afscheid. In stilte leggen ze de deksel op de kist.
Dan staat Jan op en zegt; ‘Aan de kant’. Ze zien hem met de twee schroeven en een schroefboormachine aan komen lopen. Hij schroeft de deksel op de kist van zijn moeder. Jan legt zijn hand op haar kist en zegt ’Dag moe’.