Tamara Schrijvers
“Mijn knieën knikken maar dat ziet gelukkig niemand”
De telefoon gaat … Of ik tijd heb om een uitvaart vorm te geven/ begeleiden? ” Natuurlijk heb ik tijd. Woh! Mijn hart maakt een sprongetje, yes, ik mag mijn eerste uitvaart gaan doen.
Ik denk aan mijn opleiding bij GaandeweG, bladerend door mijn map vind ik informatie, wat heb ik geleerd en hoe ga ik handelen. Voor mijzelf heb ik al een stappenplan en to-do lijstje gemaakt.
Met mijn tas vol met lieve woordjes, gedichten, stappenplan, lijstjes, voorbeelden en natuurlijk mijn kladblok bel ik enigszins gespannen bij de familie aan. Ik word hartelijk ontvangen door de nicht van de overleden mevrouw. We gaan lekker buiten zitten en even later schuiven daar ook de twee vriendinnen aan. Ik stel mezelf voor en leg uit wat ik vandaag ga doen. De dames hebben er een beetje raar beeld bij, ritueelbegeleider. Ik stel hen gerust en vraag of ze willen vertellen over mevrouw .
“Ik denk aan mijn opleiding bij GaandeweG, wat heb ik geleerd en hoe ga ik handelen.”
Langzaam komen de dames “los” en ontstaan er mooie verhalen. Na 2 en een half uur maak ik een einde aan ons gesprek en vertrek ik met een vol hoofd naar huis.
Met mijn laptop, kladklok, kopje thee en geurkaarsje voor me ga ik aan de slag.
Mevrouw was een gezellig persoon, hield van feesten, mensen om haar heen en koken.Ik besluit dat koken de rode draad wordt in mijn verhaal en start met een recept:
Een snufje vriendschap,
Twee flinke eetlepels sambal, voor een pittige tante
Een afgestreken lepel zorgzaamheid
Een blikje vol geduld / Een portie feest
Een handjevol muziek / Een hele kan met liefde
Wat kruiden met humor / Een scheutje gezelligheid
Een mespuntje behulpzaamheid
Ik omschrijf hoe mevrouw was en wat zij betekende voor haar familie en vrienden.
Met de weinige informatie over haar jeugd probeer ik een opbouwend verhaal te maken van hoe haar leven is verlopen.
De verhalen van haar twee vriendinnen laat ik in elkaar overlopen en de nicht die heel speciaal was voor mevrouw weef ik daar nog tussen.
Met de muziek en de gedichten die door de familie zijn uitgezocht maak ik een passend geheel.
De kaarsen die tijdens de uitvaart worden aangestoken versier ik met lint en roosjes, de lievelingsbloemen van mevrouw. Ik ben trots!
De dag van de uitvaart. Ik heb lekker geslapen en voel me licht gespannen. Ik oefen de dienst nog een paar keer hardop en maak me dan klaar voor vertrek. Ik zet de kaarsen en de foto van mevrouw klaar op de sokkels naast de kist. Mijn map en aansteeklont leg ik op de katheder klaar.
De familie druppelt langzaam binnen. Ik besef mij dat als dadelijk de muziek begint te spelen ik niet meer terug kan en dat ik daar dan moet staan. Ik zucht, laat mijn schouders zakken en sluit heel even mijn ogen. Jan Smit klinkt door de speakers, ik ben er klaar voor!!
Ik praat langzaam en met een rustige stem, de nabestaande luisteren aandachtig.
Mijn knieën knikken maar dat ziet gelukkig niemand. Ik voel me bevoorrecht om hier te mogen staan.
De dienst verloopt soepel, ik durf de zaal in te kijken en richt mijn blik tot een bepaald persoon als het over hen gaat in mijn verhaal. Er wordt zelfs gelachen over de grapjes die ik maak, mevrouw hield van gekkigheid.
Als we de aula verlaten en ik bij de uitgang de nabestaande nog een dropje aanbied (dat deed mevrouw altijd als je wegging) worden er lieve woordjes naar me gefluisterd, goed gedaan. Dat zorgt voor een brok in mijn keel. Slik!
Na het opruimen van de aula en het even samenzijn in de koffiekamer stap ik tevreden in mijn auto. Als ik de parkeerplaats verlaat gaat mijn volume op KEIHARD. Ik zing uit volle borst mee en laat me even helemaal gaan, wat een ontlading.